zondag 22 maart 2015

Mijn opa's schrijfmachine

Mijn opa en oma woonden in een bejaardentehuis. Met een misselijk gevoel in mijn maag van de autorit, ik werd altijd wagenziek, liep ik door de mosterdgele gangen. Het rook er muf en de stille donkere gang naar het kamertje van mijn grootouders vond ik een beetje griezelig. In het kamertje van mijn grootouders, die volgepakt stond met meubeltjes en stapels boeken, zaten mijn opa en oma geduldig op ons te wachten. Mijn opa in zijn fauteuil aan het tafeltje bij het raam, waar op de vensterbank alle geboetseerde beeldjes van mijn oma stonden uitgestald. Op het tafeltje stond vaak een half leeg gegeten bord bejaardenhuisvoedsel. De geur van slappe boontjes en oude mensen vulde de kamer. Mijn oma zat in haar eigen fauteuil bij de enorme boekenkast die zich over de volledige wand van het kamertje uitstrekte. Op het met mozaïeksteentjes ingelegde bijzettafeltje stond een kopje thee koud te worden.

Eerst even praten. Daarna mocht ik mijzelf gaan vermaken. Samen met opa bladerde ik door zijn postzegelalbums. De postzegels uit Nieuw Zeeland en Indonesië vond ik het mooist, met vrolijk gekleurde bloemen en prachtige vogels erop afgebeeld. Terwijl mijn moeder de keukenkastjes uitruimde en daar alle oude potjes jam en blikken soep die al jaren over datum waren uitviste, hield mijn vader het gesprek gaande. Ondertussen gleden mijn ogen over alle boeken in de boekenkast tot ik het prentenboek van de zwanen had gevonden. Ik nam het mee naar de slaapkamer en zocht een plekje op het hoge bed met de gehaakte sprei. Daar las ik voor de zoveelste keer het oosterse verhaal over de zwanen in de sneeuw met de prachtige prenten. Met een zucht klapte ik het boek weer dicht. Ik keek naar buiten. Hier en daar een boomtop, maar verder alleen wolken en vogels. "Opa, mag ik op de typemachine?"

Net zoals mijn moeder had gedaan toen zij klein was, tikte ik verhalen op de grote zwarte schrijfmachine. Met moeite drukte ik op de zware knoppen en langzaam ontstonden er woorden op het papier. Rakketakketak, ping!
Vanuit de woonkamer zag ik mijn opa naar mij kijken, zijn ogen glinsterden en op zijn lippen een vriendelijke glimlach.


Ik was een jaar of twaalf toen hij overleed. Hij was al ver in de negentig. Hij was mijn grote stille vriend en ik zijn kleinste kleindochter. Mijn oma gaf mij als herinnering het prentenboek met de zwanen en zijn lievelingsboeken; 'In de Ban van de Ring' van Tolkien. In de kantlijn stonden opmerkingen neergekrabbeld met een potlood. Mijn opa was vertaler geweest en zelfs in de boeken die anderen hadden vertaald, onderstreepte hij kritisch de taalfouten.

Vorige week kreeg ik van mijn ouders zomaar de oude zwarte schrijfmachine. Hij doet het niet meer en de radars zitten vol met stof. Nu prijkt hij op het tafeltje in de hal. Het zwarte zware geval, waar mijn liefde voor schrijven mee begon.

3 opmerkingen:

  1. Mooi, zo'n voorwerp waar zulke herinneringen aan kleven :)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ja. Het zijn vaak van dat soort voorwerpen waar je ook het meeste waarde aan hecht.

      Verwijderen
  2. Wat bijzonder. Ik denk dat er heel wat herinneringen terugkomen inderdaad, als je dat ding ziet.

    BeantwoordenVerwijderen